De 10 grootste mythes van het Vlaams-nationalisme

Zoals elke beweging die de emotie en de vendelzwaaierij nauwer genegen is dan de ratio, bestaat ook de argumentatie van de Vlaams-nationalisten uit een aaneenrijging van verdraaiingen en een brede “mythologie”. Hieronder een samenvatting van de 10 grootste mythes van het Vlaams-nationalisme. De 11e, misschien wel allergrootste, vindt u onder de publicatie ‘mythe van de transfers’

1) de mythe dat Vlamingen en Walen (op politiek vlak) anders denken

Dit is allicht de hardnekkigste mythe die door flaminganten graag verspreid wordt. Het kadert in de ruimere “verschiltheorie”, die gebaseerd is op het feit dat er een Romaanse cultuur is en een Germaanse die niet binnen de grenzen van één land met elkaar kunnen samenleven. In politiek correctere termen wordt deze mythe vertaald naar de slogan dat Vlamingen en Walen in zowat alle belangrijke politieke dossiers anders denken. Dit is een manifeste leugen. Er zijn zowel verschillen tussen een Oost-Vlaamse arbeider en een Limburgse rentenier als tussen “een” Franstalige en “een” Nederlandstalige. Bovendien is het normaal dat er op economisch vlak in ons land in de zuidelijke provincies een andere conjunctuur is, het zuiden immers is agrarischer tegenover het feller geindustrialiseerde noorden. Zouden de flaminganten dit ook nog op separatisme aansturen (cf. ook “transfers”) wanneer er in het zuiden 3.000.000 Nederlandstaligen woonden? Moet elke Belg hetzelfde denken? Taal is een onderdeel van cultuur (niet eraan gelijk! Moet men zich bij deze trouwens ook niet afvragen of de Vlaams-nationalisten wel met vreemdelingen kunnen samenleven?), maar zeker in een steeds meer geglobaliseerde samenleving is het een verrijking dat er in één land verschillende talen gesproken worden. Een laatste element om deze mythe te staven wordt gevonden bij de politici die in noord en zuid steeds andere oplossingen zouden vinden. Na 30 jaar geindoctrineerd regionalisme- waar de Vlaams-nationalisten zélf op aangedrongen hebben en op aandringen!- en het oprichten van gewestregeringen én regionale partijen is het normaal dat de politici soms gaan kiezen voor de belangen van hun eigen regio boven die van de staat. Dit heeft echter niets te maken met “verschillen”, maar alles met politiek opportunisme. Wanneer we morgen het Vlaams gewest in twee opdelen en partijen oprichten voor west en oost, dan zullen er ook zgn. ‘verschillen’ ontstaan.

2) de mythe dat geen bedrijf of burger onder de staatshervormingen aanzienlijke schade geleden heeft

Dit verhaaltje wordt graag opgedist om de staatshervormingen te verdedigen. Uiteraard ‘ vergeet’ men erbij te vertellen dat de kosten van driedubbele administraties en honderduizenden ambtenaren (verhoudingsgewijs meer dan in China) enorm zwaar wegen op de belastingsbetaler. België is het 2e zwaarst belaste land ter wereld. Het federalisme zoals we dat nu kennen is een dure grap. Bovendien kan men zich nog de vraag stellen hoe democratisch zij tot stand gekomen is. Legitiem wel… maar was zij niet het gevolg van de splitsing van de partijen en een dankbaar excuus om ministerportefeuilles te creëren?

3) de mythe “wat we zelf doen, doen we beter”

De uitspraak van Gaston Geens heeft de voorbie 30 jaar haar absurditeit bewezen. Milieu en ruimtelijke ordening hebben aangetoond dat het Vlaams Gewest niet beter bestuurt dan de unitaire staat. Bovendien zorgt dit sloganeske taalgebruik tot ridicule splitsingen, een voorbeeld daarvan is landbouw – dat sowieso een Europese materie aan het worden is. Dat de splitsing van buitenlandse handel, om nog maar te zwijgen van ontwikkelingssamenwerking belachelijk zijn en een coherent beleid onmogelijk maken behoeft geen betoog. Het kan echterzowaar nog belachelijker “splits het internet”, “splits de rode duivels”… Alsof een Vlaams bestuur synoniem staat met een beter bestuur.

4) de mythe dat België een artificiële staat is

Eén van de meest gebruikte slogans van de Vlaams-nationalisten. Los van de bedenking wat ‘artificieel’ inhoudt, kan men zich afvragen welke staat dan wel door God gewild is. Duitsland is pas in 1870 ééngeworden nadat Pruisen oorlogen uitvocht met zijn buurlanden en met andere deelstaten die honderden jaren autonoom geweest zijn. Net als Frankrijk dat gegroeid is vanuit het kroondomein rond Parijs. In werkelijkheid leven de bewoners van onze gewesten sinds 1430 op een vreedzame wijze naast mekaar. Niet dat er toen sprake was van een natievorming, uiteraard. De Belgische onafhankelijkheidsstrijd (cf. ‘de mythe dat de revolutie van 1830 een franstalige opstand was’) was een democratische opstand tegen een autoritair régime vanuit het noorden dat geenszins democratisch was. Bovendien is er nog een veel grotere kunstmatige staat in wording: De Europese unie- moeten we die nu ook opdoeken?

5) de mythe dat monarchie niet rijmt op democratie

Hierop zijn enkele bezwaren aan te brengen. Allereerst: welke monarchie bedoelt men? Wanneer men het heeft over monarchieen zoals die vandaag de dag nog bestaan in Saoedi-Arabie, heeft men uiteraard gelijk. Voor de Belgische monarchie liggen de zaken evenwel anders. De machten van de Koning zijn constitutioneel ingeperkt (art. 33 v.d. GW “alle machten gaan uit van de natie). Elke handeling of uitspraak van de Koning moet gedekt zijn door een minister, zodat eigenhandige manipulaties van het systeem uit den boze zijn. Bovendien: in welke zin moet men democratie interpreteren? Het lijkt duidelijk dat een overgrote meerderheid (zoals een rondvraag in La Libre Belgique-die N.B. door de N-VA werd gebruikt) in 2002 nog aantoonde) van de Belgische bevolking gehecht is aan zijn staatshoofd en aan de instelling van het vorstenhuis. Bovendien heeft de monarchie zoals we die vandaag kennen niets vandoen met de Ancien Régime-dynastieen van weleer waarin de Keizer of Koning zijn macht van “God” of van de “Rede” haalde. Dat een president niet noodzakelijk democratischer of machtiger zou zijn (omdat hij verkozen is) tonen vele voorbeelden in het buitenland aan. Het is ook een fabeltje dat de Koning niet ter verantwoording geroepen kan worden, wanneer men iets aan te merken heeft op een uitspraak/daad van de vorst kan men in de Kamer van Volksvertegenwoordigers de eerste minister interpelleren. Vaak wordt de monarchie ook met ronduit belachelijke argumenten aangevallen.Dan wordt bv. het in de GW staande “de Koning heeft recht op muntslag” letterlijk geinterpreteerd om aan te tonen hoe middeleeuws de instelling wel is. Bovendien streven veel Vlaams-nationalisten naar een confederatie met Nederland- een koninkrijk! Toont dit niet voldoende aan dat ze eerder anti-royalisten zijn “pour les besoins de la cause”? Het is immers zoveel makkelijker te zeggen ‘wij willen een protocollaire monarchie- in eerste instantie-‘ dan ‘wij willen de koning weg want hij staat de Vlaamse ontvoogdingsstrijd (als Belgisch symbool) in de weg. Bovendien meent de meerderheid der Vlaams-nationalisten dat alle Belgischgezinden koningsgezind zijn. Dit is echter niet waar, men kan evengoed pro-Belgie zijn en een republikeinse staatsvorm aanhangen. Wanneer men die mensen nog eens bijtelt bij degenen die al koninsgezind zijn, wat blijft er dan nog over van de Vlaamsgezinde republikeinen?

6) de mythe dat het Vlaams-nationalisme multicultureel is

Graag beroepen Vlaams-nationalisten zich op de these dat iedereen welkom is in Vlaanderen, dat met een open blik op de wereld gericht is. Dit is een manifest onjuiste stelling. Het Vlaams-nationalisme wil een staat scheppen op basis van een volk en wijst daarom per definitie een multiculturele samenleving af. Het Vlaams-nationalisme is monocultuur (één taal, één volk…). Het Vlaams Blok vertolkt dit heel duidelijk door een multiculturele samenleving op gelijke voet te stellen met een “multicriminele” samenleving, een partij als de N-VA zegt daarentegen dat iemand pas Vlaming kan zijn als hij zich aanpast aan de (niet omschreven) “Vlaamse cultuur”. Op die basis kan men zich trouwens ook vragen stellen bij het fundamentele verschil in discours tussen de N-VA en het VB. De ene partij kan niet samenleven in een staat met Franstaligen, de andere wil een staat zonder Walen én vreemdelingen.

7) de mythe van het Europa der regio’s

(bijna) Alle Vlaams-nationalisten streven een Europa der regio’s na. De staten die we nu kennen zijn volgens hen verouderd, 19e eeuws en zullen- en dit wordt voor België zelf vaak herhaald- enerzijds bevoegdheden afstaan aan de Europese Unie en anderzijds aan de gewesten. Zo zou het Europa van morgen een confederale structuur van monoculturele volkeren worden: de Vlamingen, de Welshmen, de Bretoenen, de Basken, de Friezen, de Schotten… Niets echter wijst erop dat een evolutie zich in deze richting zich voltrekken zal. Allereerst kent Europa maar enkele federale staten (Duitsland,Zwitserland,Oostenrijk en-gedeeltelijk-Spanje) en bovendien zijn deze staten centripedaal gevormd (in tegenstelling tot ons land waar het federalisme centrifugaal is; vandaar dat men de bewering als zou een “Vlaamse grondwet” of een “paritaire senaat” de normaalste zaken zijn in een federale staat voor ons land niet opgaat. Zij vormen er slechts de bron van nog meer middelpuntvliedende krachten, daar waar in een ander federaal land-bv. Duitsland- de federale grondwet als koepel is komen te staan op de grondwetten van de deelstaten). Niets wijst erop dat er een lidstaat van de Europese Unie in staat van ontbinding verkeert, de meesten zijn unitair -zoals gezegd- en dit geldt eveneens, en zelfs nog meer, voor kandidaat-lidstaten in het voormalige Oostblok. Het Europa der regio’s is bijgevolg niets meer dan een leugen of een nationalistische utopie. Bovendien kan men zich afvragen of de Vlaams-nationalisten wel zo “Europees” gezind zijn. In een federale staat kunnen ze niet met Franstaligen samenleven, wat zouden ze dan doen in een (toekomstig) federaal Europa waar ze met verschillende entiteiten samenleven? Wordt Brussel, of Vlaams-Brabant immers niet bedreigd door het ‘franskiljonisme’? Hoe gaan middelpuntvliedende krachten in eigen land plots middelpuntzoekend worden in Europa? Het Vlaams-nationalisme is een monoculturele ideologie die zich onmogelijk kan integreren in een meertalig geheel. Vlaams-nationalisme kan bijgevolg nooit op Europa rijmen.

8) de mythe dat (Nederlandstalige) Belgischgezinden verdedigers zijn van de francophonie

Belgischgezinden, vaak minachtend “Belgicisten” genoemd worden vaak afgeschilderd als verdoken FDF-ers of verdedigers van “la francophonie”. Vermits het Vlaams-nationalisme een combattieve ideologie is dient ze een vijandbeeld te scheppen. Dit vijandbeeld bestaat, en zal steeds bestaan uit het bondgenootschap van Nederlandstalige ‘Vlamingenverraders’ en van de franstalige bourgeoisie. De eersten zijn de knechten van de laatsten. Deze aantijging gaat gepaard met de beschuldiging dat alle Belgischgezinden terug willen naar het “Belgique à papa” van weleer waar alles ééntalig Frans was. Blijkbaar ligt de taalkwestie die toch reeds decennialang geregeld is nog zeer “gevoelig”, of-beter gezegd- wordt zij te pas en te onpas bovengehaald om de Belgischgezinden verdacht te maken. Zij Conscience reeds niet “de tael is gansch het volk”? De koppeling aan het FDF lijkt op het eerste gezicht vreemd, vermits deze radicaal-francophone partij uitermate regionalistische (separatistische) standpunten inneemt, die dus per definitie anti-Belgisch zijn. De waarheid is allicht dat het Vlaams-nationalisme langs Nederlandstalige kant het “Vlaamse Volk-één-en-onverdeeld” wil houden. Nederlandstaligen die het met de dogmatische standpunten niet eens zijn kunnen op geen genade rekenen en Franstaligen zijn sowieso de incarnatie des duivels. In het denken van de Vlaams-nationalisten immers is België een Waalse constructie die bedoeld is om de ‘Vlamingen’ leeg te zuigen.

9) de mythe van het ‘Vlaamse Volk’

Vele flaminganten pretenderen dat Europa uit honderden volkeren bestaat, waarvan het Vlaamse volk dan één zou zijn. Deze bewering is gemakkelijk te weerleggen: ten eerste baseert een rechtsstaat zich niet op een ‘volk’ maar op een ‘bevolking’ en ten tweede is er geen enkel bewijs dat er een ‘Vlaams’ volk zou bestaan. Welk zijn dan de eigenschappen van dit volk? Met recht kan men dan evengoed beweren dat er een Limburgs, Antwerps, Brabants, ja zelfs Brussels,Leuvens, Luiks of Kortrijks volk bestaat.

10) de mythe van het democratisch/sociaal Vlaams-nationalisme

Een filosoof zei ooit “nationalismen zijn de bron van alle kwaad”. Zeker voor Europa gaat dit op. Een nationalisme, eender welk zal steeds autoritaire, fascistoide en dus ondemocratische trekken vertonen. Een democratisch nationalisme is sua generis onmogelijk omdat de gedachte van het nationalisme zelf een uitsluiting van de andere impliceert. De andere neemt vele gedaanten aan: de Jood, de Moslim, de Waal…
Zonder een dialectische strijd is geen nationalisme levensvatbaar, cf. Israël of de Balkan. Of nazi-Duitsland in het verleden. Een nationalisme is in zover sociaal dat het de eigen volksgenoten omsluit. Het gaat hier om een streven naar een ‘Volksgemeinschaft’, een monolitische, harmonische cultuur zonder interne verschillen. Kortom kan men besluitend zeggen dat sociaal Vlaams-nationalisme Vlaams nationaal-socialisme is.