LA REFORME DES PENSIONS : UN PROBLEME D’ARGENT – PENSIOENHERVORMING : EEN GELDPROBLEEM

LA REFORME DES PENSIONS 

Le 22 décembre 2011, la Belgique est paralysée par une grève générale. Les grévistes protestent notamment contre la réforme des pensions qui consistent à relever l’âge de la prépension de 60 à 62 ans, le rallongement de la durée de carrière pour obtenir une pension complète et pour les fonctionnaires le calcul de la pension sur les dix dernières années de carrière au lieu des cinq dernières.  

Pour le B.U.B., cette réforme a un sens lorsqu’elle vise le rapprochement des systèmes de pensions entre les différentes catégories de travailleurs (ouvriers, employés et fonctionnaires). Mais pour que ce rapprochement ait lieu vers le haut (donc au bénéfice de tout le monde ou à tout le moins avec un statu quo pour certains), il faut de l’argent.

Or, la classe politique doit d’abord montrer l’exemple. Si elle continue à jeter l’argent par les fenêtres en maintenant et en élaborant davantage le système fédéral dépensier avec ses 6 parlements et 6 gouvernements, 60 ministres et 600 parlementaires, il sera difficile de motiver les Belges à travailler plus longtemps.

Selon les calculs du B.U.B. déjà publiés, le fédéralisme coûte au moins 10 milliards d’euros par an. Cet argent pourra partiellement être utilisé pour financer les pensions futures. Parfois, il ne faut même pas chercher loin !

PENSIOENHERVORMING

Op 22 december 2011 legt een algemene staking het land plat. De stakers protesteren o.a. tegen de verhoging van de brugpensioenleeftijd van 60 naar 62 jaar, de verlenging van de duur van de beroepsloopbaan om een volledig pensioen te verkrijgen en voor de ambtenaren de berekening van het pensioen over de tien laatste beroepsloopbaanjaren in plaats van de vijf laatste. 

Voor de B.U.B. heeft deze hervorming zin als ze tot een toenadering van de pensioenstelsels van de verschillende categorieën werknemers leidt (arbeiders, bedienden en ambtenaren). Maar om deze harmonisering naar boven toe te verwezenlijken (dus in het voordeel van iedereen of minstens met een status quo voor sommigen) is geld nodig.

Bijgevolg moet de politieke klasse het voorbeeld tonen. Als ze verdergaat met het geld door ramen en deuren te smijten door het geldverspillend federaal systeem in stand te houden en verder uit te bouwen met zijn 6 regeringen en 6 parlementen, 60 ministers en 600 parlementsleden, zal het moeilijk zijn de Belgen te motiveren om langer te werken.

Volgens de reeds gepubliceerde berekeningen van de B.U.B. kost het federalisme minstens 10 miljard euro per jaar. Dit geld kan gedeeltelijk gebruikt worden om de toekomstige pensioenen te financieren. Soms moet men niet eens ver zoeken !