WIE WIL ER NU DIE STAATSHERVORMING ?

WIE WIL ER NU DIE STAATSHERVORMING ?

Eén van de mysteries van deze particratie is dat de essentiële vragen nooit gesteld worden. Dat is voornamelijk de schuld van de openbare media, die in handen zijn van de traditionele politieke partijen, en maar al te gemakkelijk het haatdragende extreemrechtse discours overnemen (in de trand van “Vlaams front” – le “Front des Francophones”) en bovendien de vele Belgisch-gezinden quasi nooit aan het woord laten.

Eén van die essentiële vragen is uiteraard de vraag waar dat federalisme nu eigenlijk goed voor is, tenzij – zoals we reeds wisten – om het leven van een reeks politici en ambtenaren te vullen en de taalextremisten in hun doen en laten te ondersteunen. Daarbij aansluitend kan men zich terecht de vraag stellen waar al die hetze vandaan komt inzake een nieuwe staatshervorming in de richting van méér bevoegdheden voor de gewesten en gemeenschappen.

Laten we het even botweg stellen: onze heren en dames politici – verkozen bij de gratie van de openbare media en ondanks de 1 miljoen kiezers die weer niet zijn gaan stemmen niettegenstaande de stemplicht – hebben reeds 5 staatshervormingen doorgevoerd. Zeker van hun overwinningen bij de verkiezingen waren ze er steevast van overtuigd dat de bevolking en het land deze ingewikkelde en gesplitste staatsstructuur nodig hadden en dat we er allemaal beter van gingen worden. Een referendum was uiteraard niet nodig. Een mandaat was immers gegeven, althans zo dacht men toch.

Nochtans, in plaats van het vanaf de eerste keer (in 1970) goed te doen, zoals uitmuntende studenten, hadden onze excellenties enkele herkansingen nodig in 1980, 1988, 1993 en 2001. Vier herexamens dus. Je zou voor minder van de unief vliegen, maar goed, dan moet het werk toch wel af zijn, denk je dan. Niets is echter minder waar. Zich nog steeds beroepend op een verkiezingsmandaat verklaren alle “Vlaamse” partijen vandaag opnieuw in koor dat de “Vlaming” (u merkt dat wij twijfelen aan de inhoud van deze begrippen) een nieuwe staatshervorming nodig heeft in de zin van méér bevoegdheden voor de gewesten.

Dat is hoogst verwonderlijk. Niet alleen zijn onze traditionele politici mislukte studenten (met onze excuses aan de enkele uitmuntende politici, die toch een beetje hun hoofd in het zand steken), maar ze – vooral de “Vlaamse” – negeren ook nog eens de opiniepeilingen van maart 2007 waaruit zeer duidelijk bleek dat minstens 51% van de Nederlandstalige Belgen tégen een nieuwe staatshervorming zijn die België nog meer opsplitst. Bovendien bleek uit verschillende onderzoeken dat de eerste prioriteiten van de burgers zeker niet de staatshervormingen zijn, maar wel werk, veiligheid, sociale zekerheid enz.

Uiteraard zal men afkomen en zeggen dat een grote meerderheid van de “Vlamingen” hebben gestemd voor partijen die méér splitsingen willen. Dat de openbare media het bedje van Leterme en co. hebben gespreid laten we hier nu even in het midden. Maar wie zegt dat de burgers door te stemmen voor de Nederlandstalige partijen en in het bijzonder voor het kartel NVA-CD&V, lijst Dedecker of VB ipso facto gekozen hebben voor méér “Vlaanderen” en minder België? Op basis van wat durft men zoiets te stellen? Dat is toch wat kort door de bocht. Uit het beperkt aantal partijen dat aan de kiezer door de openbare media werd voorgesteld (nee, niet de B.U.B., maar we leven dan ook niet in een democratie of was u zo naïef dat te denken?), heeft een relatief groot deel van de burgers – zoals dat meestal gaat – de oppositiepartijen gekozen. Dit wil echter niet zeggen dat die stemming anti-Belgisch was, integendeel, de reeds geciteerde peilingen bevestigen dat. Er werd immers door de (openbare) media geen Belgisch-gezind alternatief aangeboden. En nee, de B.U.B. kwam nagenoeg niet in de media. Bovendien spelen zoals gezegd heel wat andere behoeften een rol bij de kiezer.

Men kan zich dus met recht en rede de vraag stellen of de meerderheid van de Nederlandstalige Belgen en a fortiori van de Franstalige Belgen wel die zogezegd onvermijdelijke staatshervorming wensen, des te meer omdat men de indruk heeft dat die de hele toekomstige regeringsvorming dreigt te blokkeren en de burgers en de economie dreigt te gijzelen voor vele maanden en jaren. Is dit het fameuze “goede bestuur”?

Bericht op 23 Jun 2007 door Belgica