UN PROBLEME PROVINCIAL
Le 1 décembre 2016, le gouvernement ”flamand” a décidé, lors d’un sommet sur le climat qu’il a lui-même organisé – comme si le climat s’arrêtait à la frontière linguistique – qu’aucun espace supplémentaire ne pourra être construit à partir de 2040. Pour le B.U.B., cette décision est absurde pour trois raisons.
D’abord, il est ridicule que ce gouvernement régional prenne une décision relative à une époque où il n’existera plus. En réalité, le gouvernement « flamand » tente de lier le Royaume de Belgique unitaire de l’an 2040 au lieu de lui-même. D’ici là, chaque Belge aura compris que le fédéralisme fut un grand et coûteux échec et l’on sera retourné à l’’unitarisme, que ce soit sur base d’un référendum ou non.
En outre, cette décision est susceptible d’être annulée par un prochain gouvernement régional.
Deuxièmement, on crée ainsi une inégalité manifeste et injustifiée entre les Belges. Presque 40% du territoire est en effet concerné par cette mesure très drastique, prise seulement dans les limites de frontières régionales qui coïncident non par hasard avec la frontière linguistique. “Non par hasard” puisque les régions ont été voulues par les nationalistes linguistiques flamingants et wallingants.
Troisièmement, la situation urbanistique est différente selon les provinces. Ainsi, la densité urbanistique dans les provinces de Flandre Occidentale et du Limbourg est bien moins importante que dans les provinces du Brabant “flamand”, d’Anvers et de Flandre Orientale. Partant, un “betonstop” n’est donc utile que dans les provinces qui connaissent déjà une grande densité du bâti.
Pour le B.U.B., ce sont les provinces mêmes qui doivent décider, dans le cadre d’une seule réglementation nationale (et non de trois réglementations régionales) si l’on peut encore construire sur de nouveaux terrains ou non, éventuellement après avoir organisé un référendum provincial à ce sujet.
EEN PROVINCIAAL PROBLEEM
Op 1 december 2016 besliste de „Vlaamse“ regering op een door haar georganiseerde ‘klimaattop’ – alsof het klimaat stopt aan de taalgrens – dat er in het „Vlaams“ gewest niet meer mag bijgebouwd worden vanaf 2040. De B.U.B. vindt die beslissing absurd om drie redenen.
Ten eerste is het absurd dat deze overbodige gewestregering een beslissing neemt voor een tijdstip dat ze niet meer zal bestaan. Eigenlijk tracht de ‘Vlaamse’ regering het unitaire Koninkrijk België van het jaar 2040 te verbinden i.p.v. zichzelf. Tegen dan zal elke Belg immers al lang ingezien hebben dat dit taalfederalisme niet deugt, een grote en dure mislukking was en zal men naar het unitarisme zijn teruggekeerd, al dan niet op basis van een referendum.
Bovendien kan die beslissing zelfs door een volgende gewestregering ongedaan gemaakt worden.
Ten tweede wordt zo een manifeste en onoordeelkundige ongelijkheid tussen de Belgen gecreëerd. Bijna 40 procent van het grondgebied wordt immers getroffen door een zeer ingrijpende beslissing, louter binnen gewestgrenzen die niet toevallig overeenkomen met de zogenaamde taalgrens. ‘Niet toevallig’ aangezien de gewesten gewild zijn door de flamingantische en wallingantische taalnationalisten.
Ten derde is de stedenbouwkundige toestand in de provincies verschillend. Zo kennen de provincies West-Vlaanderen en Limburg veel minder dichte bebouwing dan de provincies „Vlaams“-Brabant, Antwerpen en Oost-Vlaanderen. Een betonstop is dan ook alleen nuttig in provincies die reeds een grote bebouwingsdichtheid kennen.
De B.U.B. is van oordeel dat het de provincies zelf moeten zijn die, in het kader van één enkele nationale regelgeving (en geen drie gewestelijke !), beslissen of er nog mag bijgebouwd worden of niet, eventueel na er een provinciaal referendum over te hebben gehouden.
