BEWOGEN PERIODE
Op een jaar tijd, sinds de federale verkiezingen van 10 juni 2007, hebben we in België wat meegemaakt: een zeer lange regeringscrisis van 7 maanden die het voortbestaan van het land bedreigde, een voorlopige regering Verhofstadt, een zogezegd definitieve regering Leterme I, een akkoord over een deel van de nieuwe staatshervorming, of beter staatsafbraak, (Octopus I), een hele heisa rond het kiesarrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde, discriminatie van anderstaligen die de Europese en soms zelfs wereldpers haalde (Liedekerke, Zaventem, Overijse), vragen tot uitbreiding van Brussel, niet-benoeming van burgemeesters in de Brusselse rand etc. Het houdt niet op en niemand weet waar het zal eindigen…
Deze week kwam daar nog het volgende nieuws bovenop: een massale verhuis van ongeveer 250.000 Nederlandstalige Belgen naar Franstalig België in 2006 en waarschijnlijk gelijkaardige cijfers voor 2007 en 2008, een nieuw boek van Rudy Aernoudt, “Wedervaren van een cabinetard” over de gebrekkige werking van vooral de Vlaamse administratie en de IPSO-peiling van de K.U.L. die nog maar eens aantoont dat er méér unitaristen (12%) zijn in Noord-België dan separatisten (slechts 9%).
We merken door alles heen een langzame ommekeer in de Belgische maatschappij: het taalnationalisme is niet meer zo evident als het amper een jaar geleden was. Men begint zich vragen te stellen bij onze ingewikkelde, dure, inefficiënte en taalracistische staatsstructuur. Het zijn boeiende tijden en ook de B.U.B. is een kleine, maar alerte en spitsvondige acteur in deze evolutie naar een beter België voor alle Belgen.
EPOQUE MOUVEMENTEE
En un an de temps, depuis les élections fédérales du 10 juin 2007, nous avons vécu pas mal de choses en Belgique : la très longue crise gouvernementale de 7 mois qui a menacé la continuité du pays, le gouvernement provisoire formé par Verhofstadt, le soi-disant gouvernement définitif Leterme Ier, l’accord sur une partie de la nouvelle réforme de l’Etat, ou plutôt destruction de l’Etat, (Octopus Ier), le tohu-bohu autour de l’arrondissement électoral de Bruxelles-Hal-Vilvorde, la discrimination d’allophones évoquée par la presse européenne, voire mondiale, des demandes d’extension de Bruxelles, le défaut de nomination de bourgmestres dans la périphérie bruxelloise etc. Cela ne s’arrête pas et personne ne sait où les événements nous mèneront…
Cette semaine, il s’y est ajouté les nouvelles suivantes: le déménagement massif d’environ 250.000 Belges néerlandophones vers la Belgique francophone en 2006 et sans doute des chiffres comparables pour 2007 et 2008, le nouveau livre de Rudy Aernoudt, « les péripéties d’un cabinettard » sur le fonctionnement déficient de l’administration flamande surtout et le sondage IPSO de la K.U.L. qui vient de démontrer encore une fois qu’il y a plus d’unitaristes (12%) dans le Nord de la Belgique que des séparatistes (à peine 9%).
A travers tout cela, nous remarquons un lent revirement dans la société belge : le nationalisme linguistique n’est plus si évident qu’il ne l’était il y a à peine un an. On commence à s’interroger sur cette structure étatique compliquée, chère, inefficace et discriminatoire. Nous vivons une époque passionnante et aussi le B.U.B. est un acteur certes petit, mais attentif et actif dans cette évolution vers une meilleure Belgique pour tous les Belges.
