DEPLACEMENT D’IMPOTS: PAS TOUCHE AU FEDERALISME
Le 23 juillet 2015, le gouvernement a conclu un accord sur le soi-disant “tax shift”, un déplacement de l’impôt sur le travail vers un impôt sur autres revenus. Pour le B.U.B., la particratie reste surtout coincée dans un statu quo, auquel le fédéralisme l’oblige par ailleurs.
En quoi consiste ce déplacement de taxes?
Le gouvernement veut d’une part accroître la compétivité des entreprises en baissant les cotisations patronales de 33% à 25% pour les bas salaires, ce qui, en théorie, devrait créer plus d’emplois. Comeos, la fédération belge pour le commerce et les services, constate que la contribution de l’employeur s’élève déjà à 25% ou moins pour les plus bas salaires. Cette mesure semble donc inutile ou d’une importance limitée.
D’autre part, le gouvernement veut par les impôts sur les personnes élever le pouvoir d’achat des travailleurs annuellement de 100 € par mois, du moins si l’employé ne gagne pas plus de 2.400 € brut par mois. D’un côté, les groupes à revenus faibles seraient ainsi mieux protégés, ce qui est bien. Mais le fait que ceux qui gagnent plus (par exemple 3000 € par mois) n’ont pas droit à cette réduction d’impôts semble discriminatoire. Sur ce dernier point, il faudrait encore négocier avec les entités fédérées. Comment peut-on donc déjà parler d’un accord? Ceci est aussi symptomatique pour toutes les tentatives de réforme en Belgique: elles s’enlisent dans le marais fédéraliste.
Le gouvernement entend financer ces mesures par une augmentation de la TVA sur l’électricité, qui passera de nouveau à un taux de 21%. En y incluant les mesures régionales, la facture actuelle d’électricité pourrait augmenter de 40%. En ce qui concerne les droits d’assises et les taxes sur les produits, le prix de l’alcool, du tabac, des cigarettes et des boissons gazeuses augmentera. En outre, le but est d’égaliser le prix de l’essence et du diesel d’ici 2018, de sorte que le prix du diesel augmentera. Le précompte mobilier sur les actions, obligations et dividendes (mais non sur les comptes d’épargne) augmentera de 25 à 27%. Il y aura aussi une taxe limitée sur la spéculation limitée dont le produit ne s’élèvera qu’à 28 millions d’euros (l’utilité de cette mesure n’est pas claire). Que restera-t-il encore de la réduction des impôts après ces mesures? Cela ressemble à un gouvernement de taxes socialiste!
Le gouvernement projette aussi d’éliminer le handicap salarial – le désavantage concurrentiel que subissent les entreprises en raison des coûts salariaux élevés des travailleurs – par rapport aux pays voisins en investissant 430 millions d’euros dans le développement de PME. Une réduction d’impôt générale pour les PME serait pourtant moins discriminatoire. Un autre objectif est d’assurer une meilleure perception des impôts par le biais d’un plan contre la fraude fiscale. Enfin, les mutuelles devront économiser 100 millions d’euros.
Evaluation du B.U.B.
Pourquoi n’y a-t-il pas moyen d’atteindre un meilleur accord par une réforme fiscale plus importante et plus équitable? Pourquoi ne peut-on économiser davantage sur les dépenses publiques ? Qu’il s’agisse d’un compromis entre quatre partis n’est qu’une explication partielle, d’autant plus qu’il s’agit de quatre partis (plus au moins) de droite. Même le parti séparatiste NV-A considère l’accord comme “historique”. Ainsi, le parti contredit sa propre thèse selon laquelle “des (bons) accords sont impossibles en Belgique”.
Mais le réel problème du budget est structurel et est lié au coût supplémentaire du fédéralisme. Le gouvernement belge est pris en tenailles par un carcan fédéraliste dispendieux qui engloutir des milliards d’euros par an tout en faisant fonctionner les services de l’Etat moins bien que dans la Belgique unitaire. Les budgets sont fragmentés, ce qui a pour conséquence une énorme perte d’efficacité. En outre, toutes ces scissions rendent une vraie réforme fiscale impossible puisque rien d’important ne peut encore être décidé sans l’accord des communautés et régions. Ainsi, la particratie s’empêtre dans son propre imbroglio fédéraliste.
Un seul gouvernement et un seul parlement sont déjà plus que suffisants pour la petite Belgique. Sans le fédéralisme, il y aurait automatiquement un excédent budgétaire. Il est cynique que la particratie proclame que cette réforme générera 700 millions d’euros de gains d’efficacité alors qu’elle essaie tout pour diviser la Belgique…
BELASTINGVERSCHUIVING: FEDERALISME BLIJFT BUITEN SCHOT
Op 23 juli 2015 bereikte de regering een akkoord over de zogenaamde “tax-shift”, een verschuiving van de belastingen op arbeid naar andere inkomsten. Voor de B.U.B. blijft de particratie vooral vastzitten in een status quo, waartoe het federalisme haar ook dwingt.
Wat houdt de belastingverschuiving in?
De regering wil enerzijds de competitiviteit van de bedrijven verhogen door de patronale bijdrage te laten zakken van 33% naar 25% voor lage lonen. In theorie zou hierdoor meer werkgelegenheid moeten ontstaan. Comeos, de Belgische federatie voor handel en diensten, stelt dat voor de laagste lonen de werkgeversbijdrage nu al 25% of minder bedraagt. Deze maatregel lijkt dus een maat voor niets te zullen worden of is minstens van gering belang.
Anderzijds wil de regering via de personenbelasting de koopkracht van de werknemers optrekken, jaarlijks met 100 euro/maand, tenminste indien de werknemer in kwestie niet meer dan 2.400 € bruto per maand verdient. Enerzijds worden de lagere inkomenscategorieën zo wel beschermd. Maar het feit dat zij die meer verdienen (bijv. 3000 euro bruto per maand) geen recht zou hebben op deze belastingsverlaging lijkt discriminerend. Over dit laatste zou nog met de deelstaten moeten overlegd worden. Hoe kan men dan al van een akkoord spreken? Dit is ook tekenend voor alle hervormingspogingen in België: ze geraken allemaal vast te zitten in het federalistisch moeras.
Bovenstaande maatregelen wil de regering bekostigen door een BTW-verhoging op elektriciteit, waarbij het vroegere tarief van 21% wordt hersteld. Door gewestelijke maatregelen erbij te tellen kan de huidige elektriciteitsfactuur tot 40% duurder worden. Wat de accijnzen en belastingen op producten betreft, stijgt de prijs van alcohol, sigaretten, tabak en frisdrank. Ook is het de bedoeling om de prijzen van benzine en diesel tegen 2018 gelijk te schakelen waardoor de prijs voor diesel zal stijgen. De roerende voorheffing op aandelen, obligaties en dividenden (maar niet op spaarboekjes) stijgt van 25 naar 27 procent. Ook komt er een beperkte speculatietaks die nog geen 28 miljoen euro oplevert (het nut van deze maatregel is niet duidelijk). Wat zal er nog van de belastingverlaging na deze maatregelen overblijven? Dit lijkt wel een socialistische belastingregering !
De regering neemt zich ook voor om de loonhandicap – het concurrentieel nadeel dat ondernemingen ondervinden door de hoge loonkost van werknemers – met de buurlanden volledig weg te werken door 430 miljoen euro te investeren in de ontwikkeling van KMO’s. Een algemene belastingverlaging voor KMO’s zou nochtans minder discriminerend zijn. Ook wil men voor een betere inning van de belastingen zorgen door een fiscaal fraudeplan. Tenslotte worden aan de ziekenfondsen 100 miljoen euro besparingen opgelegd.
Evaluatie van de B.U.B.
Waarom kan er geen beter akkoord bereikt worden, met een grotere en meer rechtvaardige belastinghervorming? Waarom kan er niet meer op de uitgaven van het overheidsapparaat worden bespaard? Dat het om een compromis gaat tussen vier partijen, is slechts een partiële uitleg, temeer daar het om vier (min of meer) rechtse partijen gaat. Zelfs de separatistische N-VA beschouwt het akkoord als “historisch”. Dat in België (goede) akkoorden onmogelijk zijn, zoals de partij beweert, spreekt ze nu dus zelf tegen.
Maar het echte probleem van de begroting is structureel en valt te herleiden tot de meerkost van het federalisme. De Belgische regering zit gevangen in een peperduur federalistisch keurslijf dat miljarden euro’s per jaar opslorpt en de openbare diensten slechter doet werken dan in het unitaire België. Budgetten worden versnipperd, wat een enorm efficiëntieverlies tot gevolg heeft. Bovendien maken al die splitsingen een echte belastinghervorming onmogelijk aangezien niets belangrijks nog kan beslist worden zonder het akkoord van de gewesten en gemeenschappen. Zo raakt de particratie verstrikt in haar eigen federalistisch kluwen.
Eén regering en één parlement zijn voor het kleine België al meer dan genoeg. Zonder federalisme was er automatisch een overschot op de begroting. Het is cynisch dat de particratie verkondigt dat deze hervorming 700 miljoen euro efficiëntiewinsten zal opleveren, terwijl ze er anderzijds alles aan doet om België op te splitsen…
