LE (CON)FEDERALISME EST UN ECHEC TOTAL
Les gouvernements ne sont pas parvenus à trouver un accord au sein de leurs “comités de concertation” sur le plan climat et le plan alcool. Bien qu’ils aient obtenu un accord sur les mesures de relance, celui-ci s’avère imparfait, vu qu’une des trois régions, uniquement, fournira un effort. Le modèle de concertation (con)fédéral est visiblement en rade, rendant la Belgique ingouvernable pour moitié. La particratie en est l’unique responsable.
“L’OPEN VLD torpille le plan alcool […] Même sur la version réduite, les 22 ministres impliqués dans le plan n’ont pas pu obtenir un accord” ; “les gouvernements n’obtiennent pas d’accord sur le plan climat” (après des négociations longues de quatre années); “pas d’accord entre les gouvernements sur le plan relance”. C’est une sélection de quelques titres apparus récemment dans la presse. La problématique est similaire et démontre l’échec total du fédéralisme, voire du confédéralisme.
Vu qu’en Belgique la plupart des compétences sont éparpillées entre le niveau national, le niveau communautaire et le niveau régional, des accords de coopération doivent être conclus sans cesse entre les différents gouvernements que compte notre pays et ce, afin de pouvoir mener une politique plus ou moins coordonnée. Or, ces accords sont conclus dans des “comités de concertation”, à savoir, des organes de concertation fantomatiques et non démocratiques qui ne sont pas soumis à quelconque contrôle direct du parlement. Ces éventuels ( ! ) accords sont à prendre ou à laisser. Tout au plus, ils peuvent être amendés par l’une des entités pour ensuite être à nouveau négociés. Les membres des comités de concertation ne sont pas élus.
Au sein de ces organes, chaque entité (voire même chaque ministre) dispose d’un droit de véto unilatéral. Ainsi, même si 21 ministres se mettent d’accord sur l’ensemble du plan alcool, tout peut être bloqué par un seul ministre qui n’est pas d’accord avec un passage dans l’accord.
Dans d’autres pays fédéraux, il y a toujours la possibilité que, en l’absence d’un accord, le gouvernement central s’arroge l’ensemble du dossier. La Belgique, en revanche, qui ne connaît pas d’hiérarchie des normes, un tel procédé est impossible et les politiciens sont condamnés à négocier. Apparemment, ce “confédéralisme” qui ne dit pas son nom est un échec sans précédent.
Dans un système confédéral – une union entre deux ou plusieurs Etats indépendants, conclue par le biais d’un traité – chaque initiative commune doit être négociée, tout en sachant que les liens politiques entre les composantes d’une confédération sont encore 100 fois moins étroites que dans la Belgique actuelle, avec toute l’inefficacité que cela entraîne. Aussi après la sixième “réforme” de l’Etat, il faudra négocier de plus en plus : l’éparpillement des compétences atteint en effet des sommets inégalés.
Le B.U.B. rejette fermement ces processus décisionnels non démocratiques et prône le retour du pouvoir législatif au Parlement, composé de la Chambre et du Sénat. Le fédéralisme dispendieux, énergivore et non démocratique a assez duré!
(CON)FEDERALISME FAALT OVER DE HELE LIJN
De regeringen konden via hun “overlegcomités” nog geen akkoord bereiken over het klimaat- en het alcoholplan. Over het relanceplan kwam een gebrekkig akkoord uit de bus aangezien slechts één gewest op drie een inspanning levert. Het (con)federaal overlegmodel ligt plat en België is half onbestuurbaar. De particratie is hier volledig voor verantwoordelijk.
“OPEN VLD torpedeert alcoholplan […] Zelfs over de afgeslankte versie van het plan werd nu geen akkoord bereikt door de 22 ministers die bij het plan betrokken zijn”; “regeringen bereiken geen akkoord over klimaatplan” (na vier jaar onderhandelen); “geen akkoord tussen de regeringen over een relanceplan”. Het zijn enkele recente titels uit de pers. De problematiek is gelijkaardig en toont het volledige falen van het federalisme en zelfs van het confederalisme aan.
Gelet op het feit dat in België de meeste bevoegdheden versnipperd zijn over het nationale, het regionale en het communautaire niveau, dienen er voortdurend samenwerkingsakkoorden gesloten te worden tussen de talloze regeringen die ons land “rijk” is om tot een min of meer gecoördineerd beleid te komen. Die akkoorden worden gesloten in het “overlegcomités”, schimmige, ondemocratische overlegorganen die aan geen enkele rechtstreekse parlementaire controle onderworpen zijn. De eventuele (!) akkoorden zijn te nemen of te laten en kunnen hoogstens door één van de entiteiten geamendeerd worden om er daarna opnieuw over te onderhandelen. De leden van de overlegcomités zijn niet verkozen.
Binnen deze organen beschikt elke entiteit (of zelfs elke minister) over een eenzijdig vetorecht. Zo kunnen inzake het alcoholplan 21 ministers het over alles eens zijn, toch volstaat het dat één minister bedenkingen heeft bij één onderdeel om alles te blokkeren.
In andere federale landen bestaat steeds de mogelijkheid dat de centrale regering het hele dossier naar zich toetrekt indien een akkoord uitblijft. In België, dat geen normenhiërarchie kent, is dit onmogelijk en zijn de politici derhalve aangewezen op onderhandelen. Blijkbaar faalt dit oneigenlijke “confederalisme” grandioos.
In een confederaal systeem – een verdragsunie tussen twee of meer onafhankelijke staten – moet er over elk gezamenlijk initiatief onderhandeld worden, met dien verstande dat de politieke banden tussen de onderdelen van een confederatie nog 100 maal losser zullen zijn dan die in het huidige België, met alle inefficiëntie vandien. Ook na de zesde “staatshervorming” zal er meer en meer onderhandeld moeten worden: de bevoegdheidsversnippering bereikt immers ongekende hoogten.
De B.U.B. verwerpt deze fundamenteel ondemocratische besluitvormingsprocessen met klem en wil de wetgevende macht opnieuw bij het Belgische Parlement, bestaande uit Kamer en Senaat, leggen. Het ondemocratische tijd- en geldverspillende federalisme heeft nu wel lang genoeg geduurd !
